Hendrikus van Bemmelen van der Plaat

geboren op 15 juni 1927 in Kamperveen gesneuveld op 29 mei 1946 op Java.

 

Henk is begraven op het Marine ereveld. Dat werd zo genoemd ter nagedachtenis aan de marinemannen, die in de Java zee omkwamen.
Daar sneuvelden 900 Nederlandse marinemensen, waaronder schout-bij-nacht Karel Doorman (de bevelhebber).
Op dat ereveld heeft het Karel Doorman monument een plaats gekregen. Het kerkhof ligt bij Soerabaja.
Henk was de oudste zoon van de familie Van Bemmelen van der Plaat. Hij had een broer en een zuster.
Ze woonden aanvankelijk in Kamperveen. Geen gemakkelijk bereikbare plek in die tijd, want voor familiebezoek moest een eind gelopen worden.

Willem op marine ereveld

Henk ging op 18-jarige leeftijd als oorlogsvrijwilliger naar Nederlands Indië. Dat was een grote schok voor zijn ouders.
Zijn vader was betonwerker en heeft meegewerkt aan de bouw van het Kamper ziekenhuis (nu Myosotis).
Hij stortte het beton voor de trappen van het ziekenhuis. Zijn schoondochter Johanna Maria Kok
was met Willem-Henks jongste broer-getrouwd. Zij weet nog te vertellen dat hij ‘met zo’n betonmolen werkte’.
Henks moeder- Jentien Kwakkel- was de dochter van een touwslager.
Zijn jongste broer Willem werkte op de grote vaart en is het graf van Henk gaan bezoeken op het ereveld Kembang Kunung (de officiële naam) bij Soerabaja. Hij heeft er bloemen neergelegd, maar zijn vrouw vertelde mij, dat die al verdwenen waren voor ze het kerkhof verlaten hadden!
Henk sneuvelde toen hij op patrouille was. Hij maakte als marinier deel uit van het eerste Inbat, Inco ‘C’.

In het Maritiem Digitaal archief staat het volgende geschreven:

‘Bij zonsopkomst van 29 mei 1946 doorzocht een patrouille de kampong Kemendoeng ten westen van Soerabaja.
Daarbij werd marinier H. Bemmelen van der Plaat door vijandelijk vuur getroffen.
Hij werd met spoed overgebracht naar het Marinehospitaal in Soerabaja, doch overleed daar aan het einde van de dagwacht’.
Van zijn dienstkameraden hoorde ik, dat Henk rossig was en dat het eigenlijk verboden moest zijn, jongens die zo gevoelig waren voor de felle zon, naar Indië te sturen. ‘De vellen hingen erbij, zo was hij verbrand!’
Van de zoon van een andere dienstmaat hoorde ik  dat hij  een uitstekend bokser was.

Voor haar schoonmoeder was het een groot verdriet vertelt Johanna Maria. ‘Ze had het altijd over hem’.
In de kamer hingen ook foto’s van Henk. Ook zijn foto’s van zijn begrafenis in het familiealbum terecht gekomen.

Zoals bovenvermeld heb ik de met de schoonzus van Henk gesproken. Zij was de eerste, van de familieleden  van de ‘Kamper militairen die in Indië om het leven kwamen, die ik wist te traceren. Nu heeft de dochter (Steef) van een vroeger buurmeisje de site gelezen en contact opgenomen. Haar moeder Coby woonde in de Morrensteeg. Coby verloor op 16-jarige leeftijd haar moeder (dat was in 1939). Henks moeder ontfermde zich over het gezin. Coby en Henk waren goede vrienden, hoewel Henk 5 jaar jonger was. Van Coby’s dochter Steef hoor ik dat Henk wel een bijzondere jongen was: een grappenmaker. Coby mocht Henk graag en ook Henk zag haar wel zitten. Hij schreef haar een brief, waarin je de indruk krijgt dat hij vindt dat ze maar op hem moet wachten. Is dit gekscherend bedoelt of serieus?? In ieder geval gaat, door de foto’s en de brief, Henk toch weer een beetje meer leven voor ons.