Jan Hendrikus Wilhelmus Dekker

geboren in Kampen 2 augustus 1926, overleden op 19 april 1949 in Kranggan (Oost Java)

 

Jan Hendrik Wilhelmus maakte deel uit van het 1-4 bataljon Garderegiment Jagers.
Jan Hendrik was kok bij dat bataljon en wilde ook wel eens graag mee op patrouille. Tijdens deze patrouille werden ze aangevallen en toen hij wilde wegduiken in een greppel was het al te laat.
Jan Dekker, een neef van Jan Hendrik Wilhelmus, vertelt dat hij als kind nooit in de voorkamer van zijn opa en oma Dekker kwam.

Vanuit die woonkamer aan de Voorstraat kon hij door de schuifdeuren wel een gedrapeerde batikdoek zien boven de schouw.

Ereteken

Daar hing, zo ontdekte hij later, het ereteken van ‘Orde en Vrede’.

Het zat in plastic zakje en was met een punaise vastgeprikt rechts naast de schouw.

In die voorkamer mochten ze eigenlijk nooit komen, maar toen zijn andere oma Dokter-Stoel werd begraven was hij nog te jong was om mee te gaan. Ze konden dan vanuit de voorkamer nog net de stoet door de Vischpoort zien rijden naar de begraafplaats in IJsselmuiden.
Zijn ome Willem had toen hij naar Indië vertrok verkering met Lena Hup.
Zij is nog lang bij zijn grootouders op bezoek gekomen, maar ze vond later een nieuwe vriend. Dat was eigenlijk onverteerbaar voor Jans moeder.
Na een aantal jaren vertrok Lena naar Canada.

Jan Hendrik Wilhelmus is begraven op het ereveld Kembang Kuning bij Soerabaja.

Ruim 200 Grenadiers en Jagers zijn niet in Nederland teruggekeerd.
Naast diverse onderscheidingen voor getoonde moed en uitzonderlijke prestaties, zijn allen onderscheiden met het onderscheidingsteken ‘Voor Orde en Vrede’.