In maart 1946
gaat Gerrit passagieren in Singapore. Hij bezoekt daar in het Wilhelminakamp de familie Notrot. Hij is uitgenodigd om er te eten en een borrel te drinken.
G.d.M.: Het Wilhelminakamp ligt zo’n 5 kilometer vanaf het centrum en is een doorvoeringkamp voor geïnterneerden.
En zo vermeldt een van zijn maten: ‘Ik was zowat vergeten te vertellen dat de 4e compagnie (hier is Gait dus bij ingedeeld) eergisteravond met mortieren is beschoten.
De schoten waren slecht gericht. De 4e compagnie beantwoordde het vuur met hun lichte mortier.
Van schrik hebben de ‘koekebakkers’ toen een granaat op de kop in de loop gedrukt of er twee bovenop elkaar
ingestopt. De volgende morgen ging we kijken en vonden een 8 cm. mortier (Japans) met volkomen uit elkaar gebarsten loop.
Er omheen lagen plassen bloed, de gewonden of doden hadden de extremisten meegenomen’.
Gait is dan nog mortierschutter, maar hoopt binnenkort achter het stuur te zitten.
Piet Brugman vermeldt in zijn boek ‘Naar de Oost’ dat Gait wordt overgeplaatst naar het carrier peloton.
Hij wilde graag bij dat peloton worden ingedeeld, vooral ook omdat zijn vriend Frans daar ook deel van uitmaakte.