Teunis van Dijk

geboren op 31 mei 1925 in Kampen en overleden bij Tjileungsir op 21 februari 1947.

 

Hij maakte deel uit van de 7 December Divisie Koninklijke Marechaussee. Teunis ligt begraven op het Nederlandse ereveld Menteng Pulo in Jakarta.

De familie Van Dijk woonde aanvankelijk in de Emmastraat, maar verhuisde later naar de Uitenhagen de Miststraat. Teunis ging naar de Wilhelminaschool aan de Noordweg.

In de oorlog was hij ondergedoken in de Mandjeswaard. Op de boerderij leerde hij met de koeien om te gaan en algauw kon hij meehelpen bij het melken.

Onderweg naar Indië

De paarden gaf hij trouwens te veel haver en dat leverde hem een kwaaie boer op. Paarden werden immers wild als ze te veel haver kregen!

Eigenlijk had Teunis het daar niet naar het zin en hij vond de boer maar een zuinig mannetje.
Peter, zijn vijf jaar jongere broer, ging (op zondag) vaak lopend naar de Mandjeswaard om hem op te zoeken. Dat was toch al gauw meer dan een uur lopen. Hij weet nog te vertellen dat de onderduikers snel het rietveld in renden als de Duitsers weer eens een razzia hielden.


Annie

 

Na de oorlog werkte Teunis bij de meubelzaak van Helleman. Hij was erg handig met de naaimachine en de familie Helleman wilde hem graag in dienst houden,

maar Teunis wilde koste wat kost naar Indië, hoewel hij ook al ‘vaste verkering’ had. Zijn vriendin, Annie Veenstra, kwam uit Wapse in Drente. Ook nadat Teunis was gesneuveld bleef ze naar Kampen komen. Later verwaterde dat en is ze getrouwd en ook in Zwartsluis komen wonen. Peter en zijn vrouw Eef hebben haar daar wel ontmoet.

Teunis werd marechaussee tweede klasse. Hij was aanvankelijk gelegerd in Assen (later in de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn). Hij wilde graag naar  Indië. Om daarheen uitgezonden te worden moest hij speciaal gekeurd worden, maar hij werd afgekeurd vanwege hoge bloeddruk.

Hij liet zich daar niet door ontmoedigen en kwam de tweede keer wel door de keuring. Teunis bereidde zich goed voor op zijn uitzending en begon fanatiek Maleis te leren. Zijn schoonzuster zag hem vaak in de voorkamer aan de Uitenhage de Miststraat zitten met zijn neus in de leerboeken.
Hij begroette haar altijd met: ‘Dag a.s. schoonzuster’. Ze was toen pas 13! In Nederland bedroeg zijn soldij fl. 0,50 per dag. Na de voltooiing van zijn opleiding werd dat fl. 0,75 per dag.
In Indië kreeg hij fl. 54,- per maand. Eindelijk was het dan zo ver: hij ging naar Indië. Ze hadden maar een summiere opleiding gekregen: Soms werden er niet meer dan 5 schoten gelost bij de schietopleiding. Eenmaal in Indië schreef hij regelmatig naar zijn familie, maar de brieven waren erg lang onderweg. Op 21 februari 1947 sneuvelt Teunis, hij was daar nog maar drie maanden.

Zijn divisie marechaussee commandant majoor W. Sepp schrijft op 22 februari:

 

 

1e jaargang nr. 20 (Oplage 700 exemplaren) vrijdag 28 februari 1947

 Uit de bataljonskrant:

 

In memoriam Mar. 2e kl. Teunis van Dijk

Naar aanleiding van een ingekomen bericht, dat voorbij de Kampong Babakan een bord met opschrift was geplaatst, is, met uitzondering van één hunner die de dienst op de post moest blijven waarnemen, het detachement Tjileungsir die morgen naar de aangewezen plaats op onderzoek gegaan. Nabij hoogtepunt 78, tussen de kampongs Babakan en Mampir, werd inderdaad een paal gevonden, waaraan twee bordjes met opschrift en een vlaggetje bevestigd waren.

Onmiddellijk wilden drie man daarheen, hetgeen de detachementcommandant echter niet toestond, overwegende, dat het punt waarschijnlijk wel door vuur bestreken zou worden. Van Dijk heeft toen verzocht of hij in elk geval degene zou mogen zijn, die daar naar toe mocht gaan; hij is er heen gekropen en heeft getracht de paal uit de grond te halen,

met het noodlottige gevolg, dat een daaraan bevestigde mijn tot explosie kwam, waardoor hij op slag werd gedood.

Het bericht van zijn sneuvelen betekent voor ons een zeer  zware slag; in Van Dijk is een der besten van onze Compagnie heengegaan.

 Wij allen kenden hem als een rustige, kalme jongen, die kameraadschappelijk in hoge mate, ijverig, met een hoge opvatting van wat paste en wat niet, een opvatting die ook in zijn persoonlijk leven zeer sterk tot uiting kwam. Steeds kon een beroep op hem worden gedaan, niet alleen waar het de dienst betrof, maar ook daarbuiten kon men van zijn steun verzekerd zijn, wetend dat hij bereid zou worden gevonden om datgene te doen, waarvan hij wist, dat het moest gebeuren, een bereidheid, die hem het leven kosten zou.

Een oprecht vriend is ons ontvallen, een vriend, wiens heengaan een onvervulbare leegte in onze Compagnie achterlaat, maar wiens persoonlijkheid steeds als een lichtend voorbeeld in ons midden zal blijven voortleven. Dat hij ruste in vrede.

Opm.: Zijn compagniescommandant neemt deze tekst bijna letterlijk over in een brief aan de familie Van Dijk.

 

 

Opperwachtmeester  Derksen van de  tweede compagnie (derde peloton)  schrijft  op 24 februari  een brief, die met de luchtpost wordt verstuurd.

In Kampen
komt op zaterdagmiddag de dominee bij de familie op bezoek.

Op dat moment is Peter samen met zijn moeder thuis. Zijn moeder besefte het meteen: ‘Het is mis met Teunis’. Ze had er altijd al erg tegenop gezien, dat Teunis naar Indië zou gaan. Ze is erg overstuur en ook later heeft ze erg veel verdriet gehad om de dood van Teunis. Een maat van Teunis uit Limburg komt nog een aantal keren naar Kampen om te vertellen over hoe het allemaal gebeurd is. Veel later ontmoet Eef, Peters vrouw, een monteur in het gebouw van de Nutsspaarbank.

Hij blijkt met haar zwager in Indië gediend te hebben en moet uiteraard later naar de Uitenhage de Miststraat komen om de familie daarover te vertellen.

De familie werd steeds opnieuw herinnerd aan de fatale 21-ste februari. Bij terugkeer van de militairen uit Indië werden er overal vlaggen opgehangen. Ook de welkomstborden ontbraken niet. De persoonlijke bezittingen van Teunis kwamen terug en ook twee pakjes, die net voor zijn dood verzonden waren. Gerrit Vinke, die bij hen in de straat woonde was één van de Indië gangers. Hij staat samen met Teunis op de foto. Pas na een jaar komen twee militairen van de marechaussee langs om informatie te geven. Zo bleef de wond die eerste jaren vers. Peter was er steeds van overtuigd, dat Teunis toch nog weer terug zou komen. Het was ook zo onbegrijpelijk: je broer gaat weg en is plotseling  van de aardbodem verdwenen. Ze hebben hem niet weergezien en geen afscheid kunnen nemen!

Teunis met Gerrit Vinke

Ook andere commandanten betuigen hun deelneming!

 

 

Advertenties in de Kamper Courant

Er is aandacht in die krant voor de verliezen aan Nederlandse kant. Dit zijn bijna alleen gesneuvelden uit de provincies Overijssel en Drenthe.

Ook bij Teunis besteedt ‘Karel Doorman’ aandacht aan zijn overlijden. In de krant wordt een
rouwadvertentie geplaatst op 22 februari 1947.

 

 

 

 

 

 

 

Teunis’ moeder heeft steun gezocht in het geloof. Zij ging later ook vaak naar de 7 December herdenkingen. Daar had ze contact met de divisieaalmoezenier ds. E.H.M. Vallen. Zelfs nog in 1982 had ze contact met de Staf van de 7 December Divisie: er worden haar 2 foto’s toegestuurd van de dodenherdenking van dat jaar.