14 en 16 maart 1950

14 en 16 maart 1950

De staatssecretaris van Oorlog legt een verklaring af!

G.d.M.:  Ministerie van Defensie klinkt dan toch wat minder heftig.

 

Met het korps keert ook de parachutisten dominee terug.

16 maart 1950

Aan boord van de ‘Sibajak’ , die Woensdagavond te Rotterdam uit Indonesië arriveerde,
bevond zich ds. H.J. Tiemens die gedetacheerd was bij de parachutisttroepen.
Ds. Tiemens vertelde dat ook hij de parachutistenopleiding had gevolgd, want ‘als je niet hebt gesprongen, dan tel je bij de troep niet voor de volle honderd procent mee.
Het is de enige manier om er tussen te komen’.image168
Evenals de andere parachutisten, die allen vrijwilligers zijn, heeft hij deze tak van dienst zelf gekozen. Ook gedurende de tweede politionele actie is ds. Tiemens bij de troep gebleven en hij heeft bij Gading zijn actiesprong gemaakt, hoewel hij nog niet de acht sprongen -nodig voor het brevet- had gedaan.
Bij de tiende sprong, zo ging ds. Tiemens verder, heb ik mijn rug beschadigd en na die tijd (Juni 1949) heb ik geen parachutesprong meer gemaakt.image171
Over de 194 man van het regiment speciale troepen, die aan boord van de ‘Sibajak’ waren en waarbij de parachutisten behoren, zei hij, dat het
totale korps ongeveer 600 man groot is.
De commandant opleidingscentrum voor speciale troepen, majoor M.P.H. den Ouden, die eveneens aan boord van de ‘Sibajak’ was, vertelde, dat de militairen die dat willen en er geschikt voor zijn, kunnen worden opgeleid tot onderofficier bij de K.L.
Er zijn erbij zo vervolgde hij, die liever in Indonesië gebleven zouden zijn, maar die toch naar Nederland gekomen zijn, omdat ze zich in Indonesië bedreigd voelen, evenals de militairen, die tot de militaire inlichtingendienst behoorden.
Bij al deze militairen is er niet een, aldus de majoor, die iets met de zaak Westerling te maken heeft gehad.

 

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.