15 december 1950

15 december 1950

image451

Recht op afvoering naar Nw Guinea:

Het hoofd van de delegatie van Ambonese militairen, de heer F. Amponno, heeft een telegram aan de UNCI te Djakarta gezonden, waarin hij meedeelt blanco mandaat van alle Ambonese ex-KNIL-militairen op Java te hebben ontvangen. ‘Wij weigeren afvoering tot de dag van de definitieve beëindiging van onze processen tegen de Staat der Nederlanden’, aldus het telegram, dat vervolgt: ‘onze afvoering zonder wapens naar door de APRI-troepen bezet of beheerst gebied bedreigt het leven en de vrijheid van onszelf en van onze vrouwen en kinderen. Wij hebben ingevolge de overeenkomst Hatta-Hirschfeld van 14 Juli 1950 er recht op dat afvoering naar Nieuw Guinea mogelijk wordt gemaakt. Bij weigering van onmiddellijke tussenkomst van uw commissie is de rust onder de militairen niet langer te handhaven. Wij zijn als steeds bereid tot onderhandelingen met uw commissie’, aldus het telegram.

De stad Ambon verwoest:

Maurice Muir, Australische functionaris van de oorlogsgravendienst, heeft te Djakarta medegedeeld, dat de stad Ambon, met uitzondering van vier gebouwen, waaronder een moskee en een electrische centrale, bij de acties, die onlangs tegen Ambon werden uitgevoerd, is verdwenen. De heer Muir, die zich op Ambon bevond, toen de Indonesische troepen aan land gingen, zeide dat de guerilla voortduurde.
In een ooggetuigeverslag van de strijd, zeide hij, dat vliegtuigen der Republiek Indonesië de stad Ambon bij herhaling hebben gebombardeerd, doch dat de verwoesting voor een groot deel een gevolg is van brandstichting.
De troepen van de RI waren bij zijn vertrek in het bezit van de gehele Noordelijke helft van het eiland Ambon,image453
doch hun tegenstanders voerden een guerilla in de buitenwijken van de stad Ambon en nabij het vliegveld Laha.
Volgens een mededeling van de heer Muir telden de land-zee-en luchtmacht der RI, in totaal 20.000 man sterk,
ongeveer 4000 man aan verliezen. Naar schatting verloren de Ambonezen, wier aantal ongeveer 1000 man
bedroeg- in hoofdzaak bestaande uit gewapende jongens en studenten en een klein aantal ‘groene baretten’- een 500 man. Onder de burgerij bedroeg het aantal doden en gewonden volgens schatting ongeveer 5.000. Volgens mededelingen van de heer Muir waren ongeveer 17.000 Ambonese burgers ondergebracht in huizen aan de zeekant, die aan de vernieling ontkomen waren.
Men schatte, dat tachtig procent van hen aan ondervoeding lijdt.

‘De verzekeringen over een goede ontvangst op Ambon zijn voor u en mij waardeloos’, aldus eiser tot de president. Namens de Staat pleitte
mr Veegens. Gedaagde acht de vordering niet vatbaar voor toewijzing. De Ambonezen hebben recht van afvloeiing naar een plaats hunner keuze binnen Indonesië en daar valt Nw. Guinea buiten. De president zeide niet te begrijpen, dat als de Ambonezen mochten gaan buiten hun plaats van herkomst, Nw. Guinea hierop een uitzondering moet maken. Zij zouden wel naar een ander werelddeel mogen. Mr Kuhn bepaalde tenslotte de uitspraak op 21 December a.s. en beval tot dan toe handhaving van de huidige toestand.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.