16 augustus 1949

16 augustus 1949

Nederlandse deserteurs bij het TNI:

Als ondertitel: ‘Verachtelijk werk’. Het blijkt om twee rasechte Amsterdammers te gaan: sergeant Weerenstijn en korporaal Hulskar.
Ze hebben meer dan twee jaar bij het TNI gediend, nadat ze ontsnapt waren uit de gevangenis van Soerabaja. De ‘Indische Courant’ heeft uitvoerig via haar correspondent in Indonesië gepubliceerd over deze twee Nederlanders. Hij heeft een gesprek gehad met dit tweetal in Djocja.
Ze waren in 1946 gearriveerd in Soerabaja. Ze waren het niet eens met het beleid van de Nederlandse regering. Daarom vormden ze een groep van ongeveer 80 mensen en speelden ze medicijnen, radio-en auto onderdelen in handen van TNI. Ze werden betrapt en kregen anderhalf jaar gevangenisstraf en ontslag uit dienst.
Op 24 mei werden ze gevangen gezet, maar vier dagen later wisten ze te ontsnappen.
Ze kregen daarbij hulp van het TNI. Hulskar, nu tweede luitenant, en Weerenstijn, nu eerste luitenant hebben andere namen aangenomen. Hulskar ‘Dermawan’ en Weerenstijn ‘Hadidimuljo’.
Ze vertellen nu dikke verhalen over hun heldendaden. Ze droegen hun Nederlandse uniformen en de distinctieven van sergeant en korporaal. Ze deden hun verachtelijk werk.
Zodra een Nederlandse patrouille in de buurt was verscholen de Indonesische soldaten zich.
De twee kwamen te voorschijn en vertelden dat ze waren aangevallen. Ze brachten de Nederlandse militairen vervolgens naar een hinderlaag. Ze beschreven de dood van de Nederlandse militairen sappig. In Djocja probeerde het Nederlandse leger hen te vinden. ‘Tijdverspilling’ aldus Huskar. We sliepen in ’t zelfde hotel n.l. het ‘Grand Hotel Djocja’ en verstopten ons in een achterkamer.

Ondertussen gaan de aanvallen op de Nederlanders onverminderd door.
‘Twee sterk bewapende groepen zijn naar Semarang opgerukt. Een van de groepen bereikte in de ochtend de stadsrand en beschoot het militaire kampement met mortieren. Deze groep werd met verliezen teruggeslagen. De tweede groep, die verscheidene malen kleiner was werd voor het bereiken van de stad opgevangen en verspreid. Alvorens de guerrillastrijders de aanval begonnen, deden gewapende republikeinse benden overvallen op de opslagplaatsen nabij Salatiga, halverwege tussen Djocjacarta en Semarang. Nederlandse militairen en burgers, die de opslagplaatsen verdedigden, streden twee uur met de guerrillastrijders voordat deze ten slotte verdreven werden.
In de nacht van 14 op 15 Augustus werd Soekoredjo, 7 kilometer ten Noordoosten van Poerwokerto in Midden-Java aangevallen door groepen die in de stad binnendrongen en enige huizen en het station in brand staken. Op 13 Augustus werd een Nederlandse militair 12 kilometer buiten Tjandiroto in het Semarangse gedood, toen een Nederlandse patrouille werd beschoten.
Ook uit Sumatra worden verschillende incidenten gemeld na het ingaan van de opdracht het vuren te staken.
Op Zuid-Borneo zijn sinds 15 Augustus het hoofd van de daerah Bandjar, het hoofd van het plaatselijk bestuur en een andere vooraanstaande Indonesiër verdwenen’.

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.