21 en 26 april 1950

25 jul 21 en 26 april 1950

Ondernemingen worden leeggeroofd. Iedereen zegt maatregelen te zullen nemen, maar niemand heeft tot nu toe iets gedaan.
Werken is absoluut onmogelijk geworden. Het is eigenlijk het verstandigst er het bijltje maar bij neer te gooien.

Kamper Nieuwsblad 26 april 1950

De dochter van de Consul

Een achttal rampokkers heeft zijn slag geslagen in het huis van de Deense consul F. G.E. Olsen te Soerabaja. Twee radiotoestellen, een schrijfmachine, een telefoontoestel,
een fiets en alle japonnen van de twee inwonende dames werden gestolen. Dat de buit niet groter werd is te danken aan het moedige optreden van de stiefdochter van de heer Olsen, mej. Slotterhaus, die niet ophield weerstand te bieden tegen de rampokkers.
Zij was bedreigd door drie mannen, die met revolvers gewapend waren.
Gebruikmakend van even minder scherp opletten van haar bewaker, wist ze langs deze heen te glippen en de badkamer uit te komen, waar zij eerst was opgesloten. In de gang naast het huis liep zij echter in handen van twee gewapende rampokkers, die daar op wacht stonden. Zij raakte slaags waarop nog drie gewapende rovers op het toneel verschenen.
Op een gegeven moment waren vijf revolvers op haar gericht, niettemin ondernam zij nogmaals een poging tot ontvluchten waarbij zij opnieuw werd gevangen.
Hierop werd zij in de bediendenkamer geduwd, die zij snel barricadeerde met koffers en kisten. Toen zij nadien uit alle macht begon te gillen, verdwenen de dieven.
De consul Olsen verblijft momenteel in verband met een operatie in Denemarken.