23 februari 1950

23 februari 1950

image154

De ‘idealist’ Westerling

handig reclameman………voor zichzelf.

 

Kampenaar, die met hem te maken kreeg, doet een boekje over hem open.

 

De Kampenaar kreeg op twee verschillende plaatsen met hem te maken.
Wat deze gerepatrieerde Indischgast over dit contact kan vertellen, is wel van zeer bijzondere betekenis.
Een en ander draagt bepaald niet bij tot verhoging van de sympathie voor de avonturier Westerling als mens en als ‘gezagsdrager……’
De eerste ontmoeting van onze zegsman met Westerling geschiedde in Medan, vlak na de capitulatie van Japan, toen alles in grote wanorde verkeerde. Onze zegsman bekleedde een verantwoordelijke functie in Medan, toen een klein onderdeel van het Engelse leger, afkomstig uit Colombo, ‘dropte’ om het gezag te vestigen. Westerling maakte ook deel uit van de Engelse militairen. Hij liet zich kennen als een figuur, die belust was op een hogere positie dan hem rechtens toekwam en die naast onmiskenbare kwaliteiten een goede zin voor reclame aan de dag legde, waar het zijn eigen persoon betrof.
Oorspronkelijk oriënteerde Westerling zich op Engeland, maar toen bleek dat de kansen van Engeland voor een definitief gezag in Indië niet gunstig gingen staan, stelde hij zich meer op Nederland in, ofschoon hij nog geen tien woorden Hollands sprak………
Tijdens deze Medanse periode gebeurde het volgende, dat een weinig fraaie indruk geeft van ‘de idealist’. Het leven van de directeur der ‘Landskas’, een bankinstelling, en diens gezin, werd door extremistische activiteit bedreigd. Op zijn verzoek werden directeur en zijn gezin in de beschermende nabijheid van de gezagsdragers gehuisvest, waar bij de directeur zijn sleutels en code gaf van onze zegsman, met het verzoek ze door te geven aan de hoogste verantwoordelijke militaire instantie. Bij dit doorgeven nu kreeg Westerling de sleutels in handen.
En toen onze zegsman op zekere avond aan de gesloten kamerdeur van Westerling klopte, en eerst, na zich bekend gemaakt te hebben, toegelaten werd, kreeg hij een zonderling tafereel te zien.
Westerling was bezig met een paar ‘gladdekkers’, hier in de betekenis van handlangers, uit zwarte stof pakjes te knippen, die een gewoon mens zonder enige moeite tot spook zouden kunnen metamorphoseren. Klaarblijkelijk in de mening dat onze zegsman ook wel van een dergelijk ‘gijntje’ hield, vertelde hij dat hij in deze vermomming eerstdaags een gemaskerde aanval op de ‘Landskas’ wilde doen, nu hij toch de sleutels in handen had.
‘Die paar bewakers zouden ze wel overhoop steken’.
Onze zegsman wist door een list de overval te voorkomen: hij liet de sleutels terugvragen door een hoge ambtenaar en zo werd er niet ‘gespookt’.
Westerling werd in Medan nog hoofd van een militaire opsporingsorganisatie, maar deze functie bekleedde hij maar een aantal maanden.
Hij werd ontslagen en verhuisde naar Java. Daar kreeg hij de opdracht tot het vormen van ‘speciale troepen’, waarvan hij commandant werd.
Hij werd naar Zuid-Celebes gestuurd om daar de ‘zuivering’, die overigens hoognodig was, ter hand te nemen.
Het merkwaardige was dat onze zegsman bij de komst van de speciale troepen een overeenkomstige functie had als in Medan en daar kreeg hij weer met Westerling te maken, die een schrikbewind uitoefende in de streek.
Onze zegsman vindt het verklaarbaar dat Westerling door verscheidene jongens van de KNIL vereerd wordt. Hij is tenslotte een ‘flinke vent’, die ontegenzeggelijk iets kan en reclame voor zichzelf weet te maken. Maar hij is een avonturier in de meest slechte zin van het woord.

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.