26 oktober 1948

26 oktober 1948

‘Karel Doorman’, krijgt giften van de Chr. Jongelingsvereniging ‘Obadja’
(fl 58,50) en de Chr. Meisjesvereniging ‘Door onderzoek tot kennis’ op het Kampereiland.
Er werd gecollecteerd op de gecombineerde vergadering van deze clubs, welke onder leiding stond van de heer J. Beelen, Hoofd der School op Kampereiland.
Enige uren later ontving het bestuur van ‘Karel Doorman’ door bemiddeling van de G. v. Bend, een bedrag groot fl 12,15, gecollecteerd tijdens de feestavond der Supportersvereniging van ‘K.H.C.’.
Alle bedragen werden in dank aanvaard.
Wie volgt?’

Vrouwelijke vrijwilligers

De eerste vrouwelijke O.V.W.-er keert terug.
Het gaat om adjudant Holtrust. Zij was onderwijzeres in Beltschutsloot. Zij maakte deel uit van het vrouwenkorps (V.K.) van het KNIL. Haar dienst nummer was 19028 N.K.409.
Zij ging evenals de andere vrouwelijke vrijwilligers naar Indië om hulp te verlenen aan de slachtoffers van de Japanse bezetting.
Zij werden o.a. ingezet als telegrafiste of verpleegster.
‘Adjudant Holtrust bereikte eind januari 1946 eindelijk Batavia.
Daar stonden de meisjes met de ziel onder de arm, omdat door slechte postverbinding enz. geen bericht van hun komst was doorgekomen.
Van gouvernementswege werd hun een gebouw als verblijf aangewezen, dat voor evacués was bestemd.
In de gevangenis van Struiswijk even buiten Batavia begon
adj. Holtrust haar werk en richtte een schooltje op met 130 kinderen. Niets was er en zij moest alles improviseren. Dankbaar waren de inlandse vrouwtjes gestemd, die niet konden begrijpen dat de blanken hulp boden. Lang duurde dit werk niet, want na ruim twee maanden werd het kamp opgedoekt. Toch bleef adj. Holtrust nog enige tijd bij Jeugdzorg om kinderen onder te brengen, die hun ouders in de oorlog verloren hadden.
Er heersten verschrikkelijke toestanden.

Eindelijk dan in militaire dienst, daar het bericht was doorgekomen dat de dames niet bij het Gouvernement, maar bij het V.K. behoorden. Het militair hospitaal te Batavia was het nieuwe arbeidsterrein, dat bestond uit rantsoenering, lectuurverzorging enz. Op een keer kwam een drietonner met lectuur, maar niets voor het hospitaal. De chauffeur sprong even af en legde een zak een beetje riskant op de wagen. Bij het wegrijden kieperde deze zak er af. De auto reed door en de jongens in het hospitaal hadden hun lectuur……..
Verder was er toezicht op verbandmiddelen, cantine, postverzorging en amusement. Na 6 maanden werd het verlofcentrum ingericht te Weltevreden en hier werd V.K. 409 receptioniste. Gemakkelijk was deze taak niet, getuige een muurschildering: ‘Je kunt hier alles vragen, maar maak ons niet gek’.
Want de jongens die van de buitenposten kwamen wisten heg noch steg in Batavia. Voor 50 cent per dag kregen de jongens drie maaltijden, slaapgelegenheid, bioscoop en tochtjes naar het strand.
Een en ander geschiedde met subsidie van de ‘Welfare’.
Veel plannen konden niet meer gemaakt worden, want adj. Holtrust ging over naar de inwendige dienst.
Niet minder dan 150 meisjes waren hier te verzorgen, allen behorende tot het detachement Batavia.
Buiten de alles omvattende drukke werkzaamheden heerste hier volstrekte orde en netheid.
Hier was het dat adj. Holtrust haar idealen kon verwezenlijken door ook de jongens dat beetje gezelligheid te leren, waardoor bijv. een maaltijd iets prettigs wordt. Alleen door hen te zeggen de tafel te dekken en uit borden te eten. En de jongens hebben dit begrepen. Toen adj. Holtrust uit Indonesië vertrok kreeg zij een briefopener als aandenken.
Wij hebben tot nu toe weinig van het streven van het V.K. begrepen; nu weten wij er iets van. Het is een groot sociaal belang, niet alleen voor onze militairen, maar ook voor het vaderland’.

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.