25 jul 29 april 1950
De prijzen in Indonesië vliegen omhoog
Regering der RIS bevordert zwarte handel ten gunste van de schatkist’.
De onrust, ontstaan door de financiële maatregelen van de regering van de RIS, duurt onverminderd voort. De verwarring wordt steeds groter en met angst vraagt men zich af, waar het met de prijzen naar toe moet. Voortgaande op de weg, die thans bewandeld wordt, zal Indonesië over enige tijd een gebied zijn waar het leven onbetaalbaar is.image200
Bier kost nu in een café vier gulden per fles van een liter. Schoeisel werd 60 pct. duurder, gloeilampen zijn met 100 tot 150 pct. in prijs gestegen, autobanden met 80 tot 100 pct.
Andere artikelen, zoals brood en margarine, staan op de nominatie om een paar sporten op de prijsladder omhoog te gaan. Brood zal zo ongeveer op 58 of 59 cent per 600 gram komen, terwijl de oude prijs 39 cent was. En margarine zal, naar verwacht wordt, binnenkort vijf gulden per kilogram kosten. Men betaalt er nu fl 3,37 voor.
Met de margarine is het overigens een vreemde geschiedenis. Sinds ongeveer veertien dagen is er op Java, geen likje margarine meer te koop, tenzij men dit zwart doet tegen de prijs van negen gulden per kg of van een rijksdaalder ter vulling van een botervlootje.
De winkeliers verklaren dat ze zijn uitverkocht. Al dagenlang hebben zij geen margarine ontvangen. De verkoopagenten houden vol dat zij de winkels op de gewone wijze bevoorraden.
Ergens wordt dus de margarine achter gehouden. Waarom dat gebeurt is volkomen duidelijk. Straks wanneer het nieuwe prijzenbesluit voor margarine wordt afgekondigd, brengt immers elke kilo zo ongeveer fl 1,60 meer op.
Er is geen instantie, die eraan denkt om tegen dit oppotten van de margarine ook maar iets te doen, al heeft de bevolking dat artikel ook nog zo nodig.
De sluiting van de zeepfabrieken en van de kretekindustieën, in het bijzonder van de laatsten, heeft honderdduizenden Indonesische mannen en vrouwen werkloos gemaakt. Het zijn deze mensen, verstoken van alle inkomsten in een tijd waarin alles duurder wordt, die een groot gevaar voor de maatschappij vormen. En dat in tijd, waarin het toch al zo onrustig is. De nieuwste maatregel van de regering, die opnieuw tal van prijzen als vuurpijlen omhoog zal doen schieten, is dat verschillende importartikelen niet meer aan maximumprijzen gebonden zullen zijn.
Aan de importeur is de verplichting opgelegd deze goederen tegen de hoogst mogelijke prijs van de hand te doen. Van wat hij hierdoor aan overwinst maakt, moet hij 95 pct. in ’s lands schatkist storten. Onder de artikelen, waarin nu dus de overheid zwart gaat handelen, bevindt zich o.a. gecondenseerde melk fl 0,75. Op de zwarte markt -vrije markt noemt men haar hier- betaalt men op het ogenblik voor hetzelfde blikje tussen de vijf en de zes gulden.
De importeur is dus nu verplicht zijn gecondenseerde melk te verkopen tegen een detailprijs van laten we zeggen fl 5,50, hij maakt dus een overwinst van fl 4,75. Hiervan moet hij 95 pct. Aan de minister van financiën afdragen en mag hij 5 pct. in zijn eigen zak steken bij wijze van erkenning voor de zwarte-handelaarsdienst, den lande bewezen………
Behalve gecondenseerde melk mag er thans officieel op die wijze gehandeld worden met verschillende soorten textiel, rijwielonderdelen en kramerijen. Binnenkort zullen nog meer artikelen op de officiële zwarte markt mogen worden verkocht.
Het is natuurlijk zondermeer duidelijk dat al deze prijsverhogingen niet zonder gevolg blijven voor de producten van zuiver binnenlandse aard. Waar meer uitgegeven moet worden, moet ook meer worden verdiend. Dus gaat de rijst ongeveer negentig cent per liter kosten, een slachtkip vijf gulden per stuk, een cocosnoot tachtig cent per stuk, en voor een ritje met een betjak van een paar minuten betaalt men al minstens een gulden. Het kopje koffie in een café kost straks fl 2,50 en het laten plakken van een lekke fietsband een gulden, als het gat niet te groot is.
Overigens, niemand ziet er meer een gat in……………. In deze verbijsterende prijzenchaos.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.