25 jul 5 juli 1949
De situatie
in Indonesië
wordt de laatste dagen gekenmerkt door een grote mate van onzekerheid in verschillende opzichten. De terroristische aanvallen nemen in aantal toe. De politieke situatie in Djocja is een vraagteken. De republikeinse leiders hebben nog geen besluit genomen betreffende deelname aan de Rondetafelconferentie. De republikeinse noodregering op Sumatra heeft haar gezag nog niet aan Djocja overgedragen.
De onderneming Deli Tua van de Deli-maatschappij werd tweemaal overvallen: 6 tabaksschuren gingen in vlammen op. Vijf ondernemingswachten werden door de goedbewapende aanvallers gedwongen zich terug te trekken.
Het Nieuwsblad voor Sumatra schrijft dat verschillende cultuurmaatschappijen de toestand nagenoeg onhoudbaar achten door de lichamelijke en geestelijke uitputting der planters, die door de systematische aanvallen in voortdurend levensgevaar verkeren.
Een sterke bende deed een aanval op de theefabriek en het emplacement van de onderneming Klara Pajoeng op Java.
De aanval werd afgeweerd door de ondernemingswacht en 3 militairen, die op de onderneming een rustkuur deden. Fabriek en woonhuizen bleven zodoende gespaard. Onder de bende werden tenminste
2 Japanners opgemerkt. Een employé werd gewond; een ondernemingswacht wordt vermist.
De onderneming werd tenslotte door een militaire patrouille ontzet. Op klaarlichte dag is de
22-jarige Europeaan S. in een der hoofdstraten van Malang neergeschoten. Dit is de tweede moord in de laatste dagen midden in de stad. De twee daders zijn gegrepen.
Volgens het Chinese blad Keng Po hebben de Chinezen in Djocja hun toko’s voorlopig gesloten. Gewapende groepen eisen op eigen houtje goederen en huizen op.
Woensdag 6 uur Nederlandse tijd is Ir. Soekarno, president der republiek in Djocja teruggekeerd.
Hij werd op het vliegveld door de Sultan van Djocja en de Pakoe Alam ontvangen. Tegelijk met Soekarno arriveerde de republikeinse premier Mohammed Hatta. Soekarno werden door een grote menigte begroet. De voorzitter van de commissie van ontvangst Tadjoeddin Noor, hield na een gebed voor het welzijn van het volk en staat, een welkomsttoespraak.
De woordvoerder van het werkcomité van het KNIP G.d.M.:het republikeinse parlement sprak in bittere termen over de Nederlanders en riep op tot eenheid in het voortzetten van de strijd tegen deze ‘ene gemeenschappelijke vijand’.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.