Vooroordelen

Vooroordelen

Bertha 4G.d.M.: Al snel trok de affaire de aandacht van de Nederlandse en Maleise media. Volgens de publieke opinie in Nederland was de zaak helder: door uiterst ongelukkige omstandigheden was Bertha van haar moeder gescheiden en dat moest worden hersteld. ‘Kinderroof’ kopte De Telegraaf, terwijl een katholiek weekblad schreef over ‘mohammedanen’ die ‘verzot waren op blanke vrouwen’.
Aminah zou als tolk hebben gewerkt voor de Japanners. Zij werd bestempeld als collaborateur. Voor het gemak werd zij ook afgeschilderd als een simpele inlandse baboe.
Eerst werd Bertha toegewezen aan Aminah. De verbazing en verontwaardiging was groot. Het consulaat-generaal in Singapore (dat namens het echtpaar Hertogh optrad) had een procedurefout gemaakt.
Toen Bertha -inmiddels in Europese kledij gestoken, op 19 mei 1950, alsnog aan haar biologische ouders werd toegewezen, liepen aan Maleise zijde de emoties hoog op. Nu ging Aminah in beroep. In afwachting daarvan werd Bertha gescheiden van Aminah en ondergebracht in een meisjestehuis, waar haar pleegmoeder haar kon blijven bezoeken.
Een fanatieke islamitisch, nationalistische organisatie ging zich met de zaak bemoeien. Bertha was immers islamitisch opgevoed. Bertha werd op formele gronden toegewezen aan Aminah, maar nu ging het consulaat- generaal in beroep namens de ouders.
Om zeker te zijn dat Bertha niet alsnog van haar kon worden afgenomen, nam Aminah een besluit dat haar en haar pleegdochter noodlottig zou worden.

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.